maandag 4 juli 2011

De man in de sneeuw

Aan de voet van een berg, hartje winter, ligt een man uitgestrekt in de sneeuw. Zijn zwarte kleren steken scherp af tegen de witte vlakte. Zijn linkerarm ligt uitgestrekt naast zijn lichaam. Zijn mond is een brede streep, alsof hij toch nog iets wilde zeggen. Een hoed is van zijn hoofd gewaaid.
Van een afstand kijken twee mannen zwijgend toe. Zij dragen dezelfde hoed als die van de man in de sneeuw.
De lange man steekt zijn handen in zijn zakken en schraapt zijn keel. ‘Eindelijk, gevonden.’