donderdag 3 oktober 2013

Nogal privé



Ze zocht steun bij de voordeur toen de jongen, die zojuist had aangebeld, zijn ogen opsloeg. Zijn aarzelende blik kwam haar opdringerig over, terwijl hij dat vast niet zo bedoelde. Ze kreeg de neiging om zijn hand te pakken, maar vreesde dat hij dan weg zou lopen. In plaats daarvan keek ze recht in zijn groene ogen.
Zijn schouders kromden zich naar elkaar toe. Hij wilde iets zeggen, maar kwam niet uit zijn woorden.
Terwijl ze haar handen om de deurpost klemde, vroeg ze: ‘Gaat het?’
Zijn oogleden trilden.
‘Waarvoor kom je?’
Blozend hapte hij naar adem en zei: ‘Is uw man misschien thuis?’
Zijn stem drong bij haar binnen als een te grote slok Ierse whisky en rukte een verlangen los dat ze herkende van vroeger.
‘Nee, sorry.’
‘Wanneer komt hij wel thuis?’
‘Straks.’
‘Hoe laat is straks?’
Ze schoot in de lach. ‘Mag ik vragen waar het om gaat?’
De jongen bracht een hand voor zijn mond. ‘Sorry, het is nogal...’
‘Nogal?’
‘Privé.’
‘Privé?’  
Hij plukte aan velletje naast zijn wijsvinger. De nagels van zijn slanke jongenshanden waren lang. Naar die van Peter kon ze ook eindeloos blijven staren. Vlak voordat hij zijn nagels afknipte, vroeg ze altijd of hij haar rug wilde strelen. Dan ging hij achter haar zitten, trok haar shirt uit haar broek en gespte haar bh los. Zijn vingertoppen voelden koud aan, maar naarmate ze vaker via haar schouderbladen langs haar ruggengraat gleden, namen ze haar temperatuur over. Als hij zijn nagel over haar huid kraste, krulde ze zich als een kat onder zijn aanhalingen.
De jongen schraapte zijn keel.
Haar adem stokte.
‘Mag ik wachten?’ vroeg hij.
‘Natuurlijk, wil je koffie?’
‘Ik wacht liever.’
‘Kom toch binnen.’
Hij stak zijn handen diep in zijn zakken. ‘Ik weet niet of dat verstandig is.’
Ze glimlachte. ‘Peter zou het met je eens zijn.’
‘Heet hij Peter?’  
Toen hij zijn naam uitsprak, wierp ze een blik op haar horloge. ‘Hij kan ieder moment thuiskomen.’
Zuchtend draaide de jongen zich om en liep het tuinpad af.
‘Ga je weg?’
Hij rukte een stengel van de rozenstruik, trok enkele doorns eraf en reikte haar de roos aan. ‘Alvast mijn excuses.’
Ze wilde vragen waarvoor, maar werd afgeleid door een geluid aan de achterkant van het huis.
Ze keek achterom; Peter stond in de keuken.
‘Wacht, ik ben zo terug,’ zei ze.
Terwijl ze naar Peter toeliep, trok die net zijn trainingsjack uit. ‘Dag liefje.’
‘Er staat een jongen op je te wachten.’ Haar stem beefde.
‘Van school?’
‘Geen idee.’
‘Waarom laat je hem niet binnen?’
‘Dat wil hij niet.’
In het voorbijgaan streelde Peter haar rug. ‘Gewonnen in twee sets!’ Hij verdween de gang in.
Met ingehouden adem legde ze haar oor tegen de muur en luisterde naar de gedempte jongensstem. Het leek op een verhaal. Daarna was het een lange tijd stil. De voordeur ging dicht. Zacht. Peter kwam lijkbleek binnen.
‘Wat wilde hij?’
‘Mij.’
‘Jou?’
Hij knikte.
‘Maar, je bent van mij.’
‘Nu niet meer.’

1 opmerking: